This article was written in 2013. It might or it might not be outdated. And it could be that the layout breaks. If that’s the case please let me know.

Crappy hardware

This column was published in edition #57 of the Dutch, paper version of Web Designer Magazine. It’s in Dutch. Vorige week was ik op het fantastische Mobilism congres. Ik ben weer helemaal geïnspireerd en blij om te zien dat mijn visie op het web niet zo heel veel afwijkt van de visie van de sprekers — niet de minsten. Het thema vorig jaar was erg deprimerend: veel sprekers vonden toen dat het web de concurrentie aan moest gaan met native, een strijd die niet te winnen is natuurlijk. Dit jaar was het een veel positiever congres. Het ging vooral in op de kwaliteiten van het web: wat is het, wat maakt het uniek, wat kan er mee, wat zijn de beperkingen en wie zijn de mensen die het gebruiken.

Slechte hardware

De naam van het congres is inmiddels wat misleidend. In voorgaande jaren ging het expliciet over het mobiele web, hoewel het ook toen al wel duidelijk was dat er eigenlijk niet zoiets bestaat als een mobiel web. Het web is het web. Het wordt zowel gebruikt door kleine, als door grote apparaten. Apparaten met supersnelle hardware en apparaten met crappy hardware. Dat is iets wat wij, web designers, nog wel eens vergeten. We werken vaak met de nieuwste hardware, met goede monitors, met lekker snel internet. De meeste mensen hebben dat allemaal niet. Voor veel jongeren, of gezinnen met een iets lager inkomen, is een game-console bijvoorbeeld vaak de enige manier om toegang te krijgen tot het internet. Moet je eens proberen, dat werkt een stuk minder prettig dan een retina Macbook pro. Optimaliseren voor je eigen nieuwe laptop is natuurlijk verleidelijk, maar waarschijnlijk hebben meer mensen er baat bij als je optimaliseert voor een game-console. Of een goedkoop telefoontje.

Ik heb zo’n goedkoop telefoontje gewonnen. Er werden allemaal toffe gadgets verloot. Prachtige high-end apparaten van verschillende merken, maar ook een paar absolute low-end telefoontjes. Ik heb een developer-editie van een telefoon met het Firefox OS er op gewonnen. Een erg tof dingetje. Alle apps worden bijvoorbeeld gewoon met web technieken gemaakt, wat natuurlijk te gek is. Maar wat ik helemaal tof vind is dat deze developer-versie trager is dan de versie die mensen uiteindelijk gaan kopen. Dat is natuurlijk superslim. Als mijn applicatie op deze, crappy, hardware werkt, dan doet ie het zeker op het telefoontje van de mensen die mijn programma willen gaan gebruiken.

Zo zouden we al onze hardware moeten kopen, wellicht. In plaats van investeren in een state-of-the-art monitor, kunnen we wellicht beter een paar matige schermen kopen. En een paar eenvoudige mobieltjes. Plus een goedkope tablet. En een game console! Dit is de hardware die je bezoekers gebruiken, hier moet je dus op testen.

Andere vakgebieden

Vorige week sprak ik op Talk Nerdy To Me, een congresje voor studenten van de CMD-opleiding in Leeuwarden. Ik had het over nieuwe uitgangspunten in web design en gaf onder meer de tip om te investeren in minder goede hardware. Een andere tip die ik gaf was om actief de samenwerking te zoeken met andere specialisten. Nerds moeten op zoek gaan naar designers, want samen maak je de tofste dingen. Maar niet alleen naar specialisten binnen je vakgebied, het web, het is ook interessant om eens te kijken naar wat andere vakgebieden nu eigenlijk doen. Ik was dan ook blij verrast door de presentatie die Jan-Jaap Severs hield. Hij werkt in de gaming industrie, en hoewel dat echt een andere wereld is dan die van het web, zijn er toch veel overeenkomsten, blijkt.

Ik vond het bijvoorbeeld prachtig om te zien dat de principes van progressive enhancement ook toegepast wordt in game design: je kunt de gameplay van bijvoorbeeld een flipperkast-simulator prima testen met wat draadmodellen van blokken, bollen en cilinders. Dit kan je gewoon bouwen terwijl de concept artist (zo heten visual designers die games ontwerpen) nog aan het ontwerpen is. Wat ik ook opvallend vond was dat het in game-design volledig geaccepteerd is dat deze concept artists ook code kunnen schrijven: er is gewoon te weinig werk voor alleen designers, ze moeten ook iets anders kunnen. Verfrissend. Jan-Jaap had het ook over workflow. In de game-wereld zijn ze er ook al een tijdje achter dat de waterval-methode verschrikkelijk is, en ze werken inmiddels op meer agile manieren. Een mooi, inspirerend verhaal vond ik het.

Congressen

Hiervoor ga ik natuurlijk naar congressen. Om verhalen te horen die ik nog niet ken. Om verrast te worden door mensen die met dezelfde problemen worstelen en de oplossingen in dezelfde richting zoeken. Talk Nerdy To Me en Mobilism zijn inmiddels voorbij, en als je er niet bij was dan heb je echt wat gemist. Maar gelukkig zijn alle talks op beide congressen gefilmd. Ik zal er over twitteren zodra ze online staan.